Nico Bruijnesteijn
De Valk Lexicon kunstenaars Laren-Blaricum

Kunstschilder

Naam: Bruijnesteijn van Coppenraet, Nicolaas

Geboren: Nieuwer-Amstel - 24 maart 1893

Overleden: Utrecht op 3 maart 1950

Atelier/Adres: - Diverse o.a. Krommepad 4a Laren/Blaricum

website link: www.brucop.com

  

Laren - krommepad 4a

Nicolaas Bruijnesteijn, werd op 24 maart 1893 geboren te Nieuwer-Amstel (Amstelveen). Hij was een kleinzoon van Bernard Bruijnesteijn (1830 - 1920) beambte bij De Nederlandsche Bank en daarnaast verdienstelijk kunstenaar. (zie Pieter Scheen). Nicolaas was leerling van de Quellinus-kunstnijverheidsschool te Amsterdam en van de Tekenakademie in Den Haag 1917- 1919, waar hij ook zijn vrouw Fia van Driel leerde kennen. Aanvankelijk van beroep tekenaar, later kunstschilder; hij heeft veel stillevens geschilderd. Voorts was hij in Den Haag enige tijd schrijver bij de in 1919 opgerichte Postcheque- en Girodienst (de latere Postbank) en gaf hij ook tekenles en vioolles.

Er is een verhaal bekend, waaruit blijkt dat reeds vóór 1912 in het toenmalige ouderlijk huis aan de Keizersgracht een drukbezochte tentoonstelling van zijn werk plaats vond. In 1914 verhuisde het ouderlijk gezin naar Den Haag. Nico volgde hen echter pas in 1917. In die tussentijd bleef hij in het oude huis (nu aan de Keizersgracht) in Amsterdam wonen, samen met zijn oudste broer en zijn vriend, de schilder E.J.Ligtelijn. Onderstaande foto uit die tijd toont links (in de deuropening van de woonwagen) Bruijnesteijn, rechts Ligtelijn.

Voor zijn huwelijk noemde hij zich tekenaar, zodat we mogen aannemen dat tekeningen het hoofdbestanddeel van zijn werk uitmaakten. (waarschijnlijk omdat zijn signatuur niet herkend wordt), wel enkele geschilderde stillevens, die zich kenmerken door de haast fotografische afwerking, gesigneerd Nico Bruynesteyn.

Zijn latere vrouw Sofia Theodora van Driel werd geboren in Düsseldorf op 25-9-1899 als dochter van Johannes Gerardus van Driel en Sophia Adriana van Lammeren. Zij woonde tot haar huwelijk (1927) bij haar ouders in Den Haag, waar ze de Tekenacademie bezocht. In haar voorhuwelijkse periode (tot 1927) schilderde zij "antieke" stillevens: gecompliceerde donker ogende stukken met veel fruit en bloemen, onder het pseudoniem Tilly Moes. Ze had daarnaast echter een kantoorbetrekking om echt in haar levensonderhoud te kunnen voorzien.

Zij trouwden in Den Haag op 1 september 1927, en verhuisden kort daarop naar het Gooi. In de periode tot 1939 verhuisden zij veelvuldig. Hoofdzakelijk woonden zij in het Gooi en omgeving (Blaricum, Laren, Eemnes, Vreeland, Kortenhoef), maar ze verbleven ook in Driebergen, Overveen, Oisterwijk, Antwerpen en Ploesti (Roemenië). Hij woonde en werkte met zijn vrouw Fia van Driel: 18-10-1927: Blaricum, Zwaluwenweg (huize "de Morgenster") ?-?-1928: Blaricum, Naarderweg 7 (huize "Lucky Home") 10-08-1928: Antwerpen 23-11-1928: Overveen, Bloemendaalscheweg 221. 17-03-1930: Vreeland, Vosselaantje. 12-09-1930: Kortenhoef, Moleneind 58. 29-12-1930: Ploesti, Str. Eminescu 35 (Roemenië). 06-04-1931: Oisterwijk (huize "Weienberg"). 09-10-1931: Laren, Krommepad 4. 05-08-1933: Driebergen, 1e Oosterdwarsstraat 2. 21-04-1934: Eemnes, Nieuwe Weg. 30-12-1935: Blaricum, Naarderweg 7, als boven. ?-?-1936: Blaricum, Dwarslaan 5. ?-?-1938: Blaricum, Capittenweg 27. Het betrof merendeels pensions, onderhuur van kamers, of een bijgebouwtje. Alleen het laatste adres was een heuse vrijstaande stenen woning. 01-08-1939: 's-Gravenhage, Stadhoudersplein 120. 18-11-1942: Zeist, Stadhouderslaan 35.

Na hun huwelijk moest er natuurlijk brood op de plank komen, zeker toen in december 1931 hun (enige) zoon geboren werd. Ze waren er trots op, dat dit met uitsluitend schilderwerk lukte en dat ze ook de hele crisisperiode in de 30-er jaren doorkwamen zonder hun hand te moeten ophouden voor overheidssteun. Het was in hoofdzaak Fia die met haar werk het inkomen verschafte. Nog steeds onder haar oude pseudoniem Tilly Moes (ze vond dat dit „broodwerk" te weinig kwaliteit had om er haar eigen naam onder te zetten) schilderde ze het ene bloemstilleven na het andere. Vooral de zonnebloemen en klaprozen waren een kassucces. Nico ging per trein en tram op reis met grote pakken schilderijen om ze aan de man te brengen.

Nico maakte in die tijd nog steeds zowel tekeningen (gesigneerd met NB en vaak ook het jaartal) als schilderijen. Kennelijk geïnspireerd door Fia's succes, ging hij bloemstillevens maken. Hij kon deze weliswaar goed verkopen, maar hij werkte dusdanig zorgvuldig en tijdrovend dat ze voor het gezinsbudget geen zoden aan de dijk zetten. Waarschijnlijk alleen in de periode 1935-1940 probeerde hij ook „broodwerk" te produceren, en wel stillevens en plasgezichten onder het pseudoniem Pieter van Noort. Hij vond het maar vreemd, dat juist dit broodschilderwerk de pers haalde met een afbeelding in het toen nog heel respectabele blad Panorama.

Sinds hun huwelijk hadden ze 12 jaar lang hun zwerversnatuur ongeremd kunnen botvieren. Zelden woonden ze ergens langer dan een jaar. Maar in 1939 achtten ze de tijd gekomen om „burgerlijk" te gaan leven. Dat was beter voor de schoolloopbaan van de zoon, en economisch leek het wel te kunnen. Per 1 augustus 1939 verhuisden ze naar een bovenhuis in Den Haag, Stadhoudersplein 120. In die stad leefden ook beider verdere familie, en ze hoopten daar langdurig te kunnen blijven wonen.Van toen af demonstreerde Nico ook het verlies van de wilde haren door in zijn signatuur de voornaam Nico te vervangen door de enkele voorletter N. Hij tekende er en experimenteerde er ook met etsen. Een groen uitgeslagen etsplaat en enige attributen zijn de enige herinnering daaraan.

Door de oorlogsomstandigheden moesten zij in 1942 Den Haag weer verlaten. Ze woonden verder te Zeist 13-12-1943: Krullelaan 12. 30-10-1944: Zeist, Frederik Hendriklaan 60. 24-07-1946: Bosch en Duin, Duinweg 23. 16-04-1947: Zeist, Acacialaan 4. (Let erop, dat er nogal eens nummerwijzigingen hebben voorgedaan, zodat de adressen niet altijd kloppen met de huidige aanduidingen.)

Rond 1945 kreeg Nico de smaak te pakken van de „moderne kunst", naar voorbeeld van schilders als Mondriaan en Kandinsky. Hij kon er echter geen klanten voor vinden, en het project bloedde spoedig dood. Hij bedacht daarvoor het pseudoniem Brunesco, maar signeerde slechts met een B in een klaverblad (ontleend aan het familiewapen). Nico bleef daarnaast stillevens maken en voegde ook stadsgezichten en landschappen (meestal met water) aan zijn repertoire toe. In de laatste fase van zijn leven bereikte ook hij de situatie dat hij ondanks sneller en meer routinematig werken aan de vraag niet kon voldoen. De kunsthandel Outhuyse te Amsterdam kocht (vanaf april 1948) alle stadsgezichten en landschappen die hij maar kon produceren.

Nicolaas Bruijnesteijn overleed in het ziekenhuis te Utrecht op 3 maart 1950. Zijn vrouw, Fia van Driel, werkte nog tot 1970 en overleed te Arnhem in 1979.

klik voor vergroting
Loenen a/d Vecht -

top pagina | vorige pagina | devalk.com | devalk.com/kunstenaars

devalk.com/kunstenaars